onderzoek_kijk_mij_voorlezen_op_film_januari_2017.pdf |
Samenvatting en Conclusies
Het praktijkonderzoek met de titel: “Kijk mij…voorlezen op film”, betreft een evaluerend onderzoek naar een door de onderzoeker ontworpen aanpak waarbij het periodiek filmen van lezende leerlingen in groep 3, ingezet wordt als werkwijze om de leesontwikkeling te volgen. Het onderzoek is gericht op groep 3 van de onderzoeker (N=5) en tien groepen 3 op acht andere basisscholen verspreid over Nederland met groepsgroottes variërend tussen 4 en 26 leerlingen (N=168) in de periode van september 2015 t/m juni 2016.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek richt zich op de vraag welke invloed de aanpak met leesfilms heeft op de betrokkenheid van de ouders bij lezen en de leesmotivatie van leerlingen in groep 3. Daarnaast wordt onderzocht hoe de uitvoerbaarheid van de aanpak wordt ervaren door de leerkrachten. De instrumenten die zijn ingezet zijn groepsinterviews met ouders en leerlingen, enquêtes onder ouders en leerkrachten en gesprekken met leerkrachten. In beide onderzoeksgroepen zijn tevens de resultaten in de leesvaardigheid onderzocht.
Uitkomsten
De voornaamste conclusie van dit onderzoek is dat vanuit de resultaten blijkt dat de aanpak aantoonbaar positief heeft bijgedragen in het vergroten van de ouderbetrokkenheid bij lezen en (mede) daardoor ook positieve invloed heeft op de leesmotivatie van de leerlingen binnen de onderzoeksgroepen.
Vanuit de resultaten is gebleken dat vier op de vijf ouders binnen de onderzoeksgroepen van mening zijn dat de leesfilms bijdragen in een vergroting van de ouderbetrokkenheid. Bijna driekwart van de ouders in de onderzoeksgroepen heeft aangegeven dat zij de indruk hebben dat de aanpak ertoe heeft bijgedragen dat zij als gezin vaker zijn gaan praten over lezen en/of vaker zijn gaan oefenen met lezen.
Er is vanuit de resultaten ook een directe beïnvloeding op de leerling gemeten. De leerling ziet zijn competenties op film groeien en bouwt daarmee meer zelfvertrouwen op, wat motiverend werkt. Zij zagen daarnaast ook zelf een bevestiging in hun groei op leesgebied. Het onderzoek naar de aanpak toont aan dat de waardering van ouders, maar ook de bevestiging van de zichtbare groei in lezen op film, aspecten zijn die een positieve bijdrage leveren aan de leesmotivatie van de kinderen.
Er zijn ook effecten gemeten die een afbreuk deden aan de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerling. Eén op de twintig leerlingen in de onderzoeksgroepen ondervonden negatieve effecten als prestatiedruk of angst voor het terugkijken van hun eigen leesfilm en werden er volgens de ouders meer onzeker door. Deze leerlingen gaven aan dat zij het niet prettig vonden dat hun leesfoutjes zichtbaar werden voor anderen. Het onderzoek heeft geen bewijzen gevonden die vaststellen dat de aanpak direct positieve invloed op de leesvaardigheid heeft. Significante groei in leesvaardigheid van de leerlingen in de onderzoeksgroepen ten opzichte van de groepen 3 in voorgaande jaren is namelijk uitgebleven.
Betekenis voor het onderwijs
De leerkrachten gaven aan dat de pilot met leesfilms over het algemeen goed in de onderwijspraktijk is uit te voeren, liefst wel met wat ondersteuning in de organisatie. Zij zagen een meerwaarde in de aanpak en willen dit voor toekomstige groepen 3 graag voortzetten in één of andere vorm. De effecten op de negen scholen zijn op een relatief kleine schaal. Dit in ogenschouw nemend is er toch met enige voorzichtigheid te concluderen dat deze aanpak met leesfilms ook in andere situaties, een positieve bijdrage kan opleveren in het vormen van gemotiveerde lezers.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek richt zich op de vraag welke invloed de aanpak met leesfilms heeft op de betrokkenheid van de ouders bij lezen en de leesmotivatie van leerlingen in groep 3. Daarnaast wordt onderzocht hoe de uitvoerbaarheid van de aanpak wordt ervaren door de leerkrachten. De instrumenten die zijn ingezet zijn groepsinterviews met ouders en leerlingen, enquêtes onder ouders en leerkrachten en gesprekken met leerkrachten. In beide onderzoeksgroepen zijn tevens de resultaten in de leesvaardigheid onderzocht.
Uitkomsten
De voornaamste conclusie van dit onderzoek is dat vanuit de resultaten blijkt dat de aanpak aantoonbaar positief heeft bijgedragen in het vergroten van de ouderbetrokkenheid bij lezen en (mede) daardoor ook positieve invloed heeft op de leesmotivatie van de leerlingen binnen de onderzoeksgroepen.
Vanuit de resultaten is gebleken dat vier op de vijf ouders binnen de onderzoeksgroepen van mening zijn dat de leesfilms bijdragen in een vergroting van de ouderbetrokkenheid. Bijna driekwart van de ouders in de onderzoeksgroepen heeft aangegeven dat zij de indruk hebben dat de aanpak ertoe heeft bijgedragen dat zij als gezin vaker zijn gaan praten over lezen en/of vaker zijn gaan oefenen met lezen.
Er is vanuit de resultaten ook een directe beïnvloeding op de leerling gemeten. De leerling ziet zijn competenties op film groeien en bouwt daarmee meer zelfvertrouwen op, wat motiverend werkt. Zij zagen daarnaast ook zelf een bevestiging in hun groei op leesgebied. Het onderzoek naar de aanpak toont aan dat de waardering van ouders, maar ook de bevestiging van de zichtbare groei in lezen op film, aspecten zijn die een positieve bijdrage leveren aan de leesmotivatie van de kinderen.
Er zijn ook effecten gemeten die een afbreuk deden aan de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerling. Eén op de twintig leerlingen in de onderzoeksgroepen ondervonden negatieve effecten als prestatiedruk of angst voor het terugkijken van hun eigen leesfilm en werden er volgens de ouders meer onzeker door. Deze leerlingen gaven aan dat zij het niet prettig vonden dat hun leesfoutjes zichtbaar werden voor anderen. Het onderzoek heeft geen bewijzen gevonden die vaststellen dat de aanpak direct positieve invloed op de leesvaardigheid heeft. Significante groei in leesvaardigheid van de leerlingen in de onderzoeksgroepen ten opzichte van de groepen 3 in voorgaande jaren is namelijk uitgebleven.
Betekenis voor het onderwijs
De leerkrachten gaven aan dat de pilot met leesfilms over het algemeen goed in de onderwijspraktijk is uit te voeren, liefst wel met wat ondersteuning in de organisatie. Zij zagen een meerwaarde in de aanpak en willen dit voor toekomstige groepen 3 graag voortzetten in één of andere vorm. De effecten op de negen scholen zijn op een relatief kleine schaal. Dit in ogenschouw nemend is er toch met enige voorzichtigheid te concluderen dat deze aanpak met leesfilms ook in andere situaties, een positieve bijdrage kan opleveren in het vormen van gemotiveerde lezers.